Huiseigenaren moeten woning vaker onder vraagprijs verkopen

05/05/2023 Bron: De Gelderlander, NVM en ING

Huiseigenaren willen nog te veel geld hebben voor hun woning. Maar de huizenprijzen zijn aan het dalen en de vraagprijs krijgen ze in veruit de meeste gevallen niet. Zo gaat in Arnhem nog maar één op de vier woningen weg voor meer geld dan de vraagprijs. Dat blijkt uit gegevens van Brainbay, onderdeel van makelaarsorganisatie NVM.

Verkopers in de regio Arnhem en Nijmegen verlangen 361.000 euro voor een tussenwoning. Dat is 50.000 euro méér dan de koper er uiteindelijk voor wil betalen (311.000 euro). In de Achterhoek vragen huiseigenaren ook te veel geld, maar ze lijken iets realistischer. Een tussenwoning met een vraagprijs van 274.000 euro gaat hier uiteindelijk weg voor 266.000 euro, dat is 9.000 euro minder dan de verkoper er aanvankelijk voor wilde hebben.

Minder krijgen dan de vraagprijs, het is voor veel verkopers van huizen een nieuwe werkelijkheid. ,,De huizenprijzen zijn aan het dalen. Vooral in het westen van het land, maar óók in Gelderland,” zegt woningmarktexpert Paul de Vries van het Kadaster. Er zijn eigenaren die vasthouden aan de prijs die ze ooit bedacht hebben, vervolgt hij. ,,Zij zijn minder geneigd om met de prijs naar beneden te gaan en vinden het lastig om te accepteren dat de huizenprijzen dalen.”

In de regio Arnhem-Nijmegen zakte de gemiddelde huizenprijs met 6,4 procent naar nu 362.000 euro. Het hardst gingen de twee-onder-een-kappen onderuit met maar liefst bijna 10 procent (gemiddelde prijs is nu 425.000 euro). Een tussenwoning, het meest verkochte woningtype, zakte met 5 procent in prijs naar 311.000 euro.
In de Achterhoek ging de gemiddelde huizenprijs met 5,2 procent terug naar gemiddeld 367.000 euro. Hier daalde de prijs van een tussenwoning het hardst, namelijk met 6,8 procent in vergelijking met een jaar geleden naar 266.000 euro.
In de regio’s Buren, Culemborg, Tiel, Betuwe en West Maas en Waal ging ruim 8 procent van de woningprijzen af. Gemiddelde prijs van een woning is nu 412.000 euro, een jaar geleden telde de huizenkoper hiervoor 451.000 euro neer.
Ook in de regio’s Ede en Wageningen daalde de gemiddelde huizenprijs in een jaar tijd met 8 procent, van 463.000 naar 420.000. Een tussenwoning gaat nu voor gemiddeld 341.000 euro weg (dat was een jaar terug nog 372.000 euro).

Prijsdaling van 10 procent verwacht sinds begin prijsdaling medio vorig jaar.
De woningmarkt koelt verder af, zegt ook woningmarktexpert Mirjam Bani van ING. Dit jaar dalen de prijzen met zo’n 6 procent en volgend jaar nog eens met 1 procent, verwacht de expert. Sinds de prijspiek van juli vorig jaar (vorig jaar daalden de prijzen ook al met 3 procent) tot halverwege 2024 verwacht ze in totaal een daling van de huizenprijs van 10 procent. Daarmee komen de prijzen terug op het niveau van het derde kwartaal van 2021.

Gestegen hypotheekrente
De hogere hypotheekrente, die rond de 5% schommelt, is de belangrijkste verklaring voor de dalende huizenprijs, zegt Bani. Die rente is sinds vorig jaar flink gestegen. Starters op de woningmarkt bieden voor een huis wat ze maximaal kunnen lenen. En als ze minder geld kunnen lenen, is het vanzelfsprekend dat er een grens zit aan wat ze kunnen betalen. Voor doorstromers kan het anders liggen: zij kunnen veelal hun oude -gunstigere- hypotheek meenemen.

Hogere energielasten
De hoge energielasten spelen ook een rol, vervolgt Bani.
Want bij aankoop van een huis kijken mensen naar de totale lasten, dus niet alleen naar maandelijkse hypotheeklasten, maar ook naar de energiekosten. Zo drukken de hogere energielasten de woningprijs. Dat geldt vooral voor woningen met een lager energielabel. Dan kun je denken: de huizenprijzen zouden eigenlijk enorm moeten kelderen vanwege de hogere hypotheekrente en energielasten. Dat dat niet gebeurt, heeft volgens Bani weer te maken met de loonstijgingen. Die zijn dit jaar gemiddeld bijna 5% (en de laatste tijd bij diverse bedrijven zelfs 10% red.HT). Dat helpt mee om de negatieve prijseffecten deels teniet te doen.

Gezonde prijscorrectie
Maar wat ook opgemerkt moet worden (red.HT): een prijsdaling van 5 tot 10 procent t.o.v. de overspannen en oververhitte huizenprijzen van de afgelopen 4 jaar mag ook best een gezonde prijscorrectie genoemd worden, zodat starters op de woningmarkt, kopers met een gemiddeld salaris (of 1 salaris) en mensen die net afgestudeerd zijn en net hun eerste baan hebben ook weer meer kansen krijgen om een woning te kopen.